
#1 Persbericht: Incident in de Gr’hof te G’chem.

Vannacht omstreeks twee uur sloeg het noodlot wederom toe. Na een lange tijd van redelijke rust in de wijk vond er weer een daad van agressie plaats. Vermoedelijke dader; de Maine-Coon, Teun.
Op wonderbaarlijke wijze overleefde Muisje de brute aanval. Uit betrouwbare bron weten we dat Muisje achter de Tv-kast vluchtte en daar alsnog gegrepen werd. Door het moedige optreden van een vrouwtjesmens, ze beschermde haar onder een drinkglas tegen de vlijmscherpe kattennagels en onder toeziend oog van de Pers Bliksem, kwam Muisje met de schrik vrij.
De muizenbrigade heeft dan ook besloten om deze poes op de lijst van ‘Zachtaardige Helden’ te plaatsen.
Muisje zit twee blokken verder achter een regenpijp van haar nachtelijke avontuur bij te komen.
In de wijk is een extra katten-boa-team ingezet. Kater ‘Zwarte Teun’ wordt nauwlettend in de gaten gehouden.
#2 Persbericht: Muisje opgenomen in het knaagdierenhospitaal
Volgens de laatste geruchten blijkt het slachtoffer dat gisteren ternauwernood aan de dood ontsnapte, een huismuis te zijn. In de avond is Muisje met onderkoelingsverschijnselen in het knaagdierenhospitaal – gevestigd in het magazijn van de ALDI – opgenomen. Ze verkeert nog in shock en is nauwelijks tot communiceren in staat, maar wat de muizen-recherche tot nu toe uit haar onsamenhangende verhaal begreep, heeft vrouwtjesmens haar over het balkon gekieperd in de veronderstelling haar hiermee de vrijheid terug te geven. Gelukkig belandde ze in de dichte vegetatie die haar val brak.
Dit in aanmerking genomen, heeft ‘Zwarte Teun’ het huis verdedigd en komt de ‘crime-passion’ in een ander daglicht te staan. We zullen contact moeten opnemen met de rest van de muizenfamilie om de gang van zaken nauwkeuriger in kaart te kunnen brengen.
Op dit moment wordt een speciale muizengevechtseenheid samengesteld om de woning binnen te dringen. Het vraagt een bijzondere tactiek. Er wonen niet één maar twee katten en ondanks dat ‘de Pers’ een zachtaardig wezen lijkt te zijn, moeten we de situatie niet onderschatten.
#3 Update Muisje: Een complexe zaak
Muisje – ter observatie nog in het ziekenhuis – beweerde op reis te gaan in de nacht van vijftien december. Ze had het appartement via de spouwmuur en een luchtrooster verlaten. Buiten viel ze in de klauwen van ‘Zwarte Teun’. Om redenen die ons nog niet duidelijk zijn, nam hij haar tussen zijn kaken mee terug naar binnen. Mannetjesmens was hierover niet te spreken. Het slaapgebrek brak hem op en de stress van het vangen van Muisje had hem aangegrepen. Hij eiste dan ook dat het muizennest verwijderd werd om verdere problemen te voorkomen. Het is het natuurlijke instinct van Teun, nam hij het voor zijn kater op.
Vader muis had in de bewuste nacht het spektakel boven op de slaapkamerdeur gevolgd, doodsangsten uitgestaan, en beaamd dat vrouwtjesmens Muisje inderdaad netjes naar beneden had gebracht, zoals zij beweerde. Toen hij eindelijk beneden aankwam was zijn dochter in geen velden of wegen meer te bekennen. Een verhuizing wil hij niet overwegen, alleen al gezien de woningnood, bovendien wonen hij en zijn gezin er al langer dan dit mensenstel. De term ‘muizennest’ vindt hij neerbuigend.
Op de vraag of Muisje was weggelopen reageerden vader en moeder muis nogal gesloten. We overwegen dan ook om het muizen-jeugdwerk in te schakelen.
‘Zwarte Teun’ is inmiddels weer verdacht. Hij had niet het recht Muisje te vangen, tenzij hij haar naar haar familie wilde terugbrengen. Vader muis had de moordzuchtige blik in zijn groene ogen gezien en is ervan overtuigd dat de Maine-Coon zijn dochter wilde opeten.
Deze zaak dreigt uit de hand te lopen.
#4 Update Muisje: Rechercheur onwel.
De PD Unit is afgewezen, evenals forensisch onderzoek, er is per slot van rekening geen moord gepleegd, was het argument. Het slachtoffer kwam met de schrik vrij, daarnaast is G’chem slechts een slaperig provinciestadje, de ‘crime-scene’ bevindt zich in de grote steden.
Rechercheur Piep was er niet over te spreken, sterker nog hij had er zwaar de pest over in. Hij benadrukte dat er in het voorjaar een golf van agressie met de nodige moorden had plaatsgevonden en wegens personeelstekort kwam de verdachte “Zwarte Teun” wegens gebrek aan bewijs vrij. Nu heeft hij eindelijk een getroffene die het kon navertellen, maar wordt zijn onderzoek van hogerhand tegengewerkt.
De slachtofferlijn wordt platgebeld. Door ‘Zwarte Teun’ hij begrijpt niet wat hij verkeerd gedaan heeft. Door de ouders van Muisje, ze voelen zich geïntimideerd door het ‘mensenstel’ en door Muisje, ze zegt inmiddels een dubbel slachtoffer te zijn, namelijk, eerst de brute aanval van de kater en nu heeft ze ook nog eens jeugdzorg op haar dak.
Rechercheur Piep is met hartritmestoornissen in het knaagdierenhospitaal opgenomen en kwam daar met Muisje in contact. Ze heeft een lichte hersenschudding opgelopen van een zak bintjes die op haar kop landde. Gelukkig heeft een welwillende lezeres meteen actie ondernomen. Met de eerstvolgend bevoorrading van desbetreffende supermarkt waar het ziekenhuis is gevestigd, heeft ze een helm meegestuurd.
Muisje is haar zeer dankbaar en overweegt een motor te kopen om deze terreurstad achter zich te kunnen laten.
#5 Update Muisje; samenvatting gesprek Muisje en rechercheur Piep.
Muisje beweerde thuis stapelgek te worden. Tegenwoordig kan ze geen kant meer op en verveelt ze zich dood, aldus haar eigen woorden. Met al haar broertjes en zusjes zit ze opgesloten in hun benauwde onderkomen achter een stoffige plint. Vroeger ging het mensenstel in de ochtend weg en kwam pas tegen de avond weer terug. Nu zitten ze de hele godganse dag thuis naar een scherm te turen, daardoor is het niet meer mogelijk om het aanrecht op lekkere hapjes af te schuimen, of op de vloer in de woonkamer kruimels te scoren. Muisje benadrukte ook dat ze zich niet kan herinneren gezegd te hebben dat ze over het balkon gekieperd is.
De getergde rechercheur Piep merkte op dat ze dan een goede kandidaat voor de politiek zou zijn. Aan Muisjes blik te zien vond ze dit niet grappig en begreep ze er niets van.
Moeder muis zit in zak en as. Als haar dochter per se op reis wil, met een motor nog wel, dan zal ze toch eerst haar eigen kostje moeten verdienen. Een beetje gemeen opperde ze dat Muisje misschien in het knaagdierenhospitaal zou moeten gaan werken. Zonder kleerscheuren daar aan te komen bleek al een heel avontuur te zijn en het is maar een paar straten verder.
Kater Teun loopt naast zijn kussentjes na de opmerking van een lezeres dat ze hem een ‘loverboy’ vindt. Het komt vast door zijn imposante figuur, meende hij spinnend. Helaas reageerde Bliksem nogal schichtig op zijn toenaderingspogingen. De Pers was niet erg gecharmeerd.
#6 Update Muisje: Onvermurwbaar
De Maine-Coon kwam vanochtend doorweekt thuis en het regende niet eens. De ijspegels hingen aan zijn snorharen. Hem was het knaagdierenhospitaal ter ore gekomen, zo blijkt. Bij de ALDI aangekomen werd hij opgewacht door een bataljon van muizenvrijwilligers met waterpistolen; deze tip is vanuit Berlijn overgewaaid.
Teun is niet aanspreekbaar, zei mannetjesmens. Hij ligt op zijn troostdekentje. Zodra hij is opgedroogd, krijgt hij wat lekkers. De Pers reageerde jaloers. Op het toetsenbord van vrouwtjesmens ging ze haar kont likken.
Muisje wil best gaan werken voor de kost, maar vindt het muizenhospitaal niet de aangewezen baan. Het is er levensgevaarlijk, liet ze haar moeder weten. Ze had al bijna haar nek gebroken. Overal staan muizenvallen met overheerlijk geurende kaas. Het water liep haar in de bek. Het zijn martelwerktuigen, waarschuwde verpleger Spitssnuit. Je kwam niet eens aan je hapje toe, tsjakka … En dan die lokdoosjes; de hele dag moet je de drang weerstaan niet een snoepje te bietsen, maar het vooruitzicht dat er alleen maar een vloerkleedje van je velletje overblijft, is muisonterend.
Nee, Muisje wil er een jaar tussenuit. Desnoods te voet, zoals haar oom Binkie ooit deed.
Rechercheur Piep heeft de rest van het jaar vakantie opgenomen. In alle rust wil hij kerst vieren, daarna gaat hij stappen ondernemen. Het is toch te gek voor woorden dat al zijn aanvragen worden afgewezen. Hij voelt zich gediscrimineerd.
# 7 Update Muisje; crowdfunding.
De jeugd van huismuizen staat volledig achter haar, ze herkennen zich in haar belemmeringen en is een crowdfunding opgestart voor de motor van Muisje. Vanuit het hele land wordt gedoneerd. Helemaal nadat Muisje verklaarde haar achter-achter oom Binkie te willen opzoeken. Hij is de zwerver in de familie, een zeeman. Nu is hij met pensioen en teruggekeerd naar de schuur van zijn jeugd. Daar brengt zijn dagen door in overpeinzing van zijn avonturen.
Vader Muis ziet het met lede ogen aan. De broer van zijn grootvader romantiseert zijn belevenissen en brengt de jeugd het hoofd op hol met het reisvirus. Het is weliswaar niet zo besmettelijk als het onder de mensen heersende virus, maar voor de naaste familie emotioneel net zo schadelijk. Al meerdere neven zijn in zijn voetsporen getreden, van sommigen is niets neer vernomen. Dat zijn dochter nu ook de wijde wereld intrekt kan hij niet verkroppen.
Jeugdzorg zegt weinig te kunnen uitrichten. Muisje heeft binnenkort de volwassen leeftijd bereikt en er is zo’n wachtlijst dat ze dit geval verder niet in behandeling nemen. Tenslotte, het muizengezin kan niets worden verweten. Er is geen sprake van fysieke bedreiging of emotionele verwaarlozing. Sterker nog, Muisje is in een liefdevolle omgeving opgegroeid. Het leven zal haar leren wat ze achterlaat.
Muisje brengt de kerstdagen thuis door. Zodra ze haar motor heeft, vertrekt ze. De voorwaarden zijn echter wel dat ze moet gaan vloggen, daarom heeft ze een smartphone van de Kerstman gevraagd.
Moeder Muis lijkt zich bij de situatie neer te leggen nu ze weet dat ze haar dochter via de sociale media kan volgen.
#8 Update Muisje: Zwarte Teun mishandeld.
Vanochtend kwam ‘Zwarte Teun’ bloedend en met kale plekken in zijn vacht het appartement binnen gestrompeld en ging schichtig op zijn toren liggen. In eerste instantie meende vrouwtjesmens dat hij met een andere kat gevochten had. Mannetjesmens beweerde echter dat hij door een muizen-patrouille is aangevallen, zo toegetakeld heeft hij hem nooit eerder gezien en eist dan ook dat er een onderzoek begonnen wordt.
Muisje spreekt hem tegen en zegt dat het hoogstwaarschijnlijk is een criminele muizengroep is. In het knaagdierenhospitaal heeft ze gesprekken opgevangen dat er hangmuizen in het nabije park zijn die de buurt terroriseren. Regelmatig worden er gewonden van vechtpartijen in het ziekenhuis opgenomen. Zelfs seniorenmuizen worden lastig gevallen. Je bent je leven niet meer zeker op straat.
Muisje is één januari volwassen geworden en inmiddels met haar motorrijbewijs bezig. Zodra ze daarmee klaar is, vertrekt ze. Ze is helemaal klaar met de buurt.
Vader muis zegt dat zijn dochter in korte tijd erg zelfstandig en wereldwijs is geworden.
Rechercheur Piep heeft beloofd stappen te ondernemen. Met de muizen-ME willen ze het park gaan schoonvegen.
#9 Update Muisje: Dreigbrieven

Zwarte Teun heeft zich op een strategische plek geïnstalleerd, hij kan hiermee de situatie binnen en buiten goed in de gaten houden.
Muisje kan geen kant op. Haar motor, een prachtige knalrode Kawasaki, is gisteren in het magazijn van de ALDI binnengekomen. Magazijnmedewerker Spierbundel, die stiekem een oogje op Muisje heeft, appte een foto van de motor.
Muisje krijgt inmiddels dreigbrieven van de hangmuizen. Naar hun zeggen heeft zij hen verlinkt.
Op het politiebureau rollen de eerste koppen. De hoofdinspecteur is geschorst wegens grove nalatigheid en het tegenwerken van de rechtsorde. Rechercheur Piep heeft op deze vrijgekomen functie gesolliciteerd en maakt een goede kans. Bij de arrestatie van de criminele muizenbende is hij per toeval op een drugspand gestuit.
Hij zal de orde handhaven, sprak hij plechtig.
#10 Update Muisje: Hulp uit onverwachte hoek.

Bliksem de Pers had genoeg van al het gesteggel en wilde eindelijk weer rust in huis. Vanochtend in alle vroegte bracht zij Muisje via het trappenhuis naar beneden. Buiten wachtte Spierbundel op haar met de splinternieuwe glimmende motor. Muisje ging er als de ‘bliksem’ vandoor, vertelde hij later trots met een knipoog naar de Pers.
De Pers wenst met rust gelaten te worden. Zwarte Teun ligt beledigd op zijn troostdekentje, hij voelt zich door zijn huisgenote verraden en zint op wraak.
Moeder Muis is in alles staten nu haar dochter voor de tweede keer er stiekem tussenuit gepiept is. Diep in haar hart hoopte ze dat Muisje zich zou bedenken, vertrouwde ze ons snikkend toe.
Nu wacht iedereen in spanning op Muisjes eerste blog.
Blog Motor Muisje
#1 Blog: Motor Muisje
Tadaaaa, hier ben ik dan met mijn allereerste blog. Dat vloggen is niet zo mijn ding ben ik de laatste paar dagen achter gekomen, dus ik hoop dat jullie het mij niet kwalijk nemen 😊.
Ik ben op weg naar de kust. Het is verder weg dan ik dacht, maar wat een avontuur en niet helemaal zonder gevaar. De eerste dag werd ik al gelijk gesnapt door een reiger. Roerloos stond hij undercover in de dikke mist. Ik dacht dat mijn hart uit mijn lijf zou springen toen ik ondersteboven boven de sloot hing. Mijn hele muizenleven trok in een flits aan me voorbij, echt waar, en dat gaf me zo’n stoot adrenaline dat ik vocht als een wildeman. Dat is weer het voordeel van veel broertjes.
Een groep veldmuizen kwam me te hulp en met hen ben ik ondergedoken in hun holletje. Daar hebben ze mijn staart verbonden en me nieuwe moed ingesproken, want achteraf had ik flink de bibbers, dat moet ik eerlijk toegeven, ik kon niet meer op mijn pootjes staan.
By the way, ik heb mijn naam veranderd in M.M. de afkorting van Motor Muisje. Dat klinkt wat stoerder.
#2 Blog: M.M. Onderweg
Poeh, poeh, beste volgers, een fan van me in Eindhoven vroeg hoe het met mij ging. Met spanning wacht ze op mijn avonturen. Nou, die beleef ik wel, maar het gaat niet helemaal zoals ik voor ogen had. Ik krijg het behoorlijk voor mijn kiezen. Gisterochtend was het spekglad en woesch, klababber, lag ik op mijn snufferd onder mijn motor geparkeerd. De aarde tolde als een pingpongbal om haar as en het duurde even voor ik alles weer helder zag.
Gelukkig stopte de chauffeur van een pakketbusje, hij hielp me overeind. Mijn velletje was hier en daar geschaafd en mijn ingewanden voelden als moes, alsof ik een geplette hamburger was.
Pakketmuis dropte me bij een garage en nu wacht ik tot de schade aan de motor is gemaakt. De monteur adviseerde me om een nieuwe helm te kopen en een motorpak. Dat laatste vind ik wel stoer, zodra mijn kneuzingen hersteld zijn, ga ik daarvoor op pad.
Oom Binkie had al te horen gekregen dat ik onderweg was en maakte zich ongerust; omdat het zo lang duurde. Hij vond dat ik misschien beter de trein had kunnen pakken, zoals hij vroeger deed, of te voet. Hij is natuurlijk stokoud. Ik ben inmiddels heel nieuwsgierig naar zijn belevenissen.
I am coming. Je flitsende achternichtje. (Wel een beetje kreupel, hihi)
#Blog 3: M.M de Brokkenpiloot
Gistermiddag kwam ik eindelijk zonder verdere kleerscheuren bij oom Binkie aan. Hij zat in een schommelstoel op de veranda, in een beschutte hoek van de schuur waar hij geboren is. Zijn benen onder een wollen deken, een pijp in zijn grijze snuit.
‘Zo, zo, je hebt de eerste hobbels overleefd, juffie,’ begroette hij mij en knipoogde.
‘Ik heet M.M.’, zei ik een beetje gepikeerd. Ik vond mijn zwarte motorpak nog wel zo stoer.
‘Driemaal is scheepsrecht, EmEm.’ In zijn pientere ogen lag een mysterieuze blik. Hij lurkte aan zijn pijp waar geen rookwolkjes uitkwamen, er zat geeneens tabak in.
Later begreep ik dat hij mijn ongelukken bedoelde. Die stomme reiger en de sliding met mijn motor. Het idee dat me nog iets vervelends zou overkomen, bezorgde mij een ongemakkelijk gevoel.
Oom Binkie is veel en veel ouder dan ik dacht. Hij is de oudste broer van mijn opa — die een nakomertje was, en door zijn zussen is opgevoed — en ondanks zijn hoge leeftijd is oom Binkie de enige die nog leeft.
Mijn neefjes stortten zich op mijn motorbike, poetsten net zo lang tot hij glom als een spiegel en behandelen mij als een idool. Terwijl ik het gevoel heb dat ik nog aan mijn echte avonturen moet beginnen. Maar goed. Het is hier prachtig in de tuin van mijn familie. Ik ben met open armen verwelkomd en mag zo lang blijven als ik wil.
Ha, ik bedenk net, toen ik vorig jaar de eerste keer op weg was, greep Zwarte Teun me bij mijn nekvel. In het Knaagdierenhospitaal kreeg ik een zak bintjes op mijn kop. Hoezo driemaal is scheeprecht? Inmiddels sta ik in de plus, hihi. Mijn moeder noemde me altijd al een brokkenpiloot.
#Blog 4: M.M bij de familie
‘Dus je bent geïnteresseerd in mijn avonduren, EmEm,’ begon oom Binkie vanochtend. Met de hele familie zaten we op de veranda. Het is hier een gezellige bende met elkaar; zo super chil.
Ik vertelde hem dat mijn volgers ook reuze benieuwd zijn. Oom Binkie dacht dat ik letterlijk gevolgd werd door een motorclub. Een van mijn neefjes legde uit hoe het precies in elkaar zat. Het idee van een motorclub stond me wel aan, en dat ik de leidster ervan zou zijn. Ik zag het al helemaal voor me 😊.
‘En dan?’ vroeg oom Binkie verder. ‘Wil jij in mijn voetsporen treden?’
Dat vond ik nogal een gerichte vraag. Wat mij betreft, wil ik de hele wereld zien en hoop inderdaad wat nuttige tips van hem te krijgen.
‘Ik ben van een andere generatie’, zei oom Binkie. ‘In mijn jeugd ging alles veel langzamer. En niet te vergeten, ik was een zeeman. Hoe ben jij het van plan met je motor? Blijf je in Europa?’ Hij keek me zo doordringend aan, alsof hij dwars in mijn hoofd kon kijken.
‘Nee, ik wil weg. Echt weg,’ antwoordde ik. Europa is voor oude mensen, dat kan later ook nog doen, dit vertelde ik hem natuurlijk niet. ‘Ik wil wel in Schotland beginnen, dan ga ik gewoon met de ferry. Daar kan ik best in de keuken werken en vandaaruit zie ik het wel.’
Oom Binkie knikte bedachtzaam. ‘In Schotland hebben we een keer schipbreuk geleden.’
‘Wauw, oom Binkie. Wilt u alstublieft uw verhaal vertellen?’ vroeg ik hem. Ik voelde het avontuur al in mijn botten. In mijn verbeelding zag ik het schip tegen de klippen te pletter slaan. Verdrinkende bemanningsleden. Net zoals de Titanic, met man en muis vergaan, drenkelingen die bibberend in de diepte zinken. Super cool.
‘Ja, ja ongeduldig juffertje, ik moet eerst een middagdutje doen.’ Hij gaapte. ‘En dan begin ik bij het begin.’
Zucht. Het zal wel even duren hier. Nou mam, dan kun je voorlopig rustig slapen.
#Blog 5: Binkies avonturen
(Hier wil ik even bij vermelden dat de verhalen van Binkie enkele jaren geleden door mijn vader zijn geschreven. Het leek me leuk om ze met Muisje te verweven en ze zo onder de aandacht te brengen)
Oom Binkie was vanochtend al vroeg wakker. ‘Alle hens aan dek,’ riep hij fris en monter, en zwaaide met zijn wandelstok. Op de veranda zocht hij naar zijn pijp. Ik vroeg hem waarom hij die wilde hebben, hij rookte er toch niet mee.
‘Deze pijp is van de Boots geweest,’ vertelde hij met weemoed in zijn ogen.
‘De Boots? Wie is dat?’ Mijn interesse was meteen gewekt.
‘De Boots is een oude vriend. Met hem heb ik vele avonturen beleefd. Zijn laatste jaren heeft hij hier gewoond en hier is hij ook gestorven. Als ik met zijn pijp in mijn handen zit, zie ik alle avonturen voor me, alsof ik ze gisteren pas beleefd heb.’
Ik was er stil van. Ik zag ook hoe het hem raakte. Hoe oom Binkie zijn oude vriend nog steeds miste.
‘Er was eens … Zo beginnen de meeste sprookjes en verhaaltjes. Zo ook dit verhaal,’ begon oom Binkie volkomen onverwachts. Zijn stem klonk een beetje krakerig en zijn ogen staarden naar een punt in de verte. ‘Er was eens een hele mooie grote tuin. In deze tuin bloeiden veel mooie bloemen die heerlijk geurden. Grote varens waaronder je kon schuilen. Bloeiende heesters en struiken waaraan de heerlijkste besjes groeiden.
Achter in de tuin bevond zich een schuur. Hierin werd gereedschap bewaard, tuinstoelen, laarzen, een kruiwagen, bloempotten en nog veel meer nuttige dingen die je in de tuin nodig had. In dit schuurtje woonde ook een muizenfamilie. Vader, moeder en zes kinderen. Het was een gelukkige familie, de tuin was vredig en veilig en ook vonden ze er genoeg te eten.
De oudste zoon was een bijzondere jongen; groot, sterk, onwaarschijnlijk nieuwsgierig en avontuurlijk. Hij nam nooit iets zomaar aan, wilde altijd het hoe en waarom weten. Hij stond altijd vroeg op, dan was de tuin op zijn mooist. Overal hingen dauwdruppels, die likte hij op, heerlijk vond hij dat.
Zo ook deze morgen. De rest van de familie lag nog in diepe rust toen hij buitenkwam. Hij stak zijn neusje in de lucht om al die heerlijke geuren op te snuiven. Maar hij rook een vreemde lucht die hij niet thuis kon brengen. Nieuwsgierig kroop hij onder de struiken vandaan om te zien waar die vreemde geur vandaan kwam.
Op de onderste tak van een hortensia zat de vreemdste figuur die hij ooit had gezien. Een niet meer zo’n jonge rat, hij werd al wat grijs om zijn snuit. Aan zijn voeten droeg hij grote laarzen, om zijn schouders een mouwloos vest met grote zakken, maar het meest vreemde van alles was; hij rookte een pijp …
#Blog 6: M.M & De Rooie, oom Binkie vertrekt
Gosjemikkie, dat overkomt mij weer hoor. Vanochtend zat ik ingeklemd tussen de kaken van ‘De Rooie’, gelukkig was ik nog aardig bij de pinken en trok hem zijn snorharen uit. Aan de linkerkant van zijn neus lijkt hij nu op een geplukte kip. De kater is zo dik en log, waardoor ik meende dat ik hem wel te slim af zou zijn, ik kon namelijk de geur van zelfgebakken brownies die vanuit de keuken de tuin introk niet weerstaan. Het deed me aan thuis denken. Vrouwtjesmens kan zo heerlijk bakken.
Mijn neefjes en nichtjes lagen in een deuk toen ‘De Rooie’ mij blazend liet vallen.
Oom Binkie was not amused, hij noemde me een uilskuiken en een oelewapper. Het kostte me heel wat overredingskracht om hem ertoe te bewegen verder te gaan met zijn verhaal. Pas toen ik herhaaldelijk vroeg wie nu die rare snuiter met zijn pijp was in de tuin lang, lang geleden, ging oom Binkie verder …
Het muisje kwam dichter bij en zei: ‘Goedemorgen mijnheer.’
De vreemdeling keek op en glimlachte. ‘Ook een goede morgen Ketelbinkie,’ zei hij. ‘Je bent al vroeg op.’
‘Ik heet niet Ketelbinkie en trouwens wat is een ketelbinkie?’
‘Dat is het jongste bemanningslid dat zijn eerste reis maakt.’
‘Is u dan een zeeman?’
‘Ja, aan boord ben ik de Bootsman en word Boots genoemd. Dat moest jij ook maar doen, ik heb een hekel aan dat ge’mijnheer.’
‘Dat is goed mijnheer, eh … ik bedoel Boots. Wilt u me vertellen wat het is om een zeeman te zijn?’
De vreemdeling ging eens verzitten, trok genietend aan zijn pijp, blies kleine rookwolkjes uit. ‘De zee is zo mooi jongen, je komt langs vreemde kusten en daar ruikt het naar de heerlijkste specerijen; kruidnagel, koriander, kaneel en de mensen hebben een andere huidskleur. Ze kleden zich bont, vol heldere kleuren. Het eten is heerlijk met al die kruiden en je ziet steden waar de huizen tot in de wolken reiken.’
De jonge muis luisterde met grote oren.
‘Wil je soms met mij mee?’
‘Ja, graag Boots,’ antwoordde de muis.
‘Nou laten we dan maar gaan.’
De Boots stond op, klopte zijn pijp uit op de hak van zijn laars en stopte hem daarna in zijn zak. ‘Zo Binkie, ik ben zover, jij ook?’
‘Ja Boots.’
‘Dan maar ankers op jongen.’
#Blog 7: M.M. & Binkie; gatenkaas en een brede sloot
Nou echt, jullie zullen het niet geloven, vanochtend moest ik voor straf – vanwege mijn recentelijk akkefietje met ‘De Rooie’ – graankorreltjes gaan zoeken in het kippenhok bij de buren. Oom Binkie vond dat ik mijn verwende stadse manieren moest kwijtraken. In eerste instantie dacht ik dat hij een grapje maakte, per slot van rekening had ik mijn schaarse buit met iedereen gedeeld, tot mijn verbijstering meende hij het serieus.
Ik had al een hekel aan die rot haan, elke ochtend voor dag en dauw kukelekuut dat beest me wakker. Daar word ik gewoon gestoord van, maar die kippen zijn ook niet mis. De volgende keer zet ik mijn motorhelm op, die gasten pikten op mijn kop, ik lijk wel een gatenkaas. Mijn tante heeft er pleisters opgeplakt.
Oom Binkie zei dat hij medelijden had met mijn ouders, voor hij verder ging met zijn verhaal …
Het Ketelbinkie en de Boots gingen onder het hek door, hard lopend over een weg. Ze moesten door een droge greppel. Nu stonden ze voor een aardappelveld dat zich uitstrekte zover het oog reikte. Ze kwamen maar moeilijk vooruit, klommen over dikke kluiten en zaten onder de klei.
De jonge muis werd wanhopig. ‘Boots, weet u zeker dat we goed lopen?’
De Boots antwoordde: ‘Ik zal je een lesje navigatie leren. Waar komt de zon op?’
‘Daar,’ wees de muis.
‘Dat is het oosten, en waar gaat hij onder?’
Binkie draaide om. ‘Daar.’
‘Goed, dat is het westen en gezien het feit dat in dit land de zee in het westen is, houd je je neus richting zonsondergang, dan komt het altijd goed.’
‘Ja Boots,’ zei de muis, en hoopte dat de Boots gelijk had.
Een hele tijd ploeterden ze door het veld. Aan het einde kropen ze onder prikkeldraad door en weer een aardappelveld. Het was al laat in de middag toen ze aan het eind kwamen, maar nu stonden ze voor een breed water.
‘Kijk Boots, de zee.’
De Boots lachte spottend. ‘Dit is slechts een boerenkikkersloot, meer niet,’ hij snoof verachtelijk. ‘We moeten er wel overheen.’
#Blog 8: M.M. &Binkie; onderweg
‘Dus u bent gewoon weggelopen?’ vroeg ik aan oom Binkie. ‘Niet dag gezegd. Niets meegenomen. Gewoon met die rare snoeshaan meegegaan.’ Ik was nog steeds gepikeerd dat hij medelijden had met mijn ouders vanwege mij.
‘Precies.’ Hij keek me met een vermaakte blik aan.
‘Zelfs ik ga niet met vreemdelingen mee.’ Uitdagend keek ik terug.
‘Laat me nou maar gewoon mijn verhaal vertellen EmEm, en dan zul je zien dat mijn intuïtie om de Boots te volgen juist was. En wie is er ’s nachts tweemaal tussenuit gepiept?’ Hij knipoogde, en nam daarmee de wind uit mijn zeilen. ‘Ik ben gewoon bezorgd, Muisje. Je bent een huismuis en voor jou is dit avontuur dubbel gevaarlijk, daarom ben ik zo streng voor je. Kom, ik zal verdergaan met mijn verhaal. Ketelbinkie en de Boots moesten over de brede sloot …
Ze liepen langs de wal om een oplossing te zoeken, en ja, daar vonden ze een plank die ze als vlot konden gebruiken. Ze moesten wel zien het vlot te water te laten. Het was zwaar werk voor die twee om beweging in de plank te krijgen. Het was trekken en duwen met alle kracht die ze op konden brengen. Eindelijk kregen ze het vlot bij het water.
‘Nu nog peddels,’ zei de Boots, ‘anders wordt het nog niets.’
Niet ver ervandaan stonden maisplanten.
‘Van die bladeren maken we peddels,’ zei de Boots.
Nu duwden ze het vlot te water. De Boots sprong er als laatste op, gaf nog een ferme zet met zijn gelaarsde been, en met verwoed peddelen bereikten ze de andere oever. Daar gingen ze eerst maar eens uitpuffen.
De Boots haalde een stuk brood en graankorrels uit zijn zak. ‘Dit moeten we delen, meer heb ik niet. Het begint ook al te schemeren, het wordt tijd dat we een veilige slaapplaats vinden.’
#Blog 9: M.M. & Binkie; Het paard
Na het ontbijt begon oom Binkie meteen te vertellen …
‘Ze klommen de wal op en voor hen lag een weiland dat niet groot was. Aan het einde zagen ze een boerderij. Dit gaf hun energie. Zo snel als hun vermoeide pootjes konden, liepen ze erheen. Het was een groot erf, de schuurdeur stond op een kier.
‘Snel naar binnen,’ zei de Boots.
In de schuur was het schemerdonker, maar het rook wel lekker naar eten.
‘Aha,’ de Boots wees naar de box. ‘Daar staat een paard.’
Vol hoop liepen ze naar het rijdier dat duidelijk stond te duffen.
‘Ahoy maat,’ riep de Boots.
‘Huh, hè, wat?’ vroeg het paard, en keek slaperig naar hun beiden, ‘wat moeten jullie hier?’ ‘We zijn op doorreis. We zijn twee zeelui en moeten naar de kust, we zoeken een schip.’
‘Wel, dan hoef je niet ver meer. Als de wind uit het westen komt kun je de schepen horen.’
Binkie keek vol respect naar de Boots. In de aardappelvelden had hij niet veel vertrouwen meer gehad in de goede afloop van het avontuur. Toch had de Boots feilloos de kust gevonden.
‘Kunnen we hier slapen?’ vroeg de Boots.
‘Ja, wacht maar.’ Met zijn hoef veegde het paard wat stro bij elkaar. ‘Je bedje is klaar. Hebben jullie al gegeten?’
‘Nee, nog niet.’
‘Goed.’ Het paard stak zijn snuit in de voerbak en het regende haverkorrels. ‘Nu moeten jullie geen lawaai meer maken, ik wil slapen, morgen moet ik vroeg op.’
Beide reizigers zochten voldoende graan bij elkaar en gingen stil op hun strobed zitten. Het paard liet zijn kop hangen, sloot de ogen en even later bewees een zacht snurken dat hij sliep.
‘Zo die is onder zeil,’ zei de Boots.
Maar er kwam geen antwoord. Onze kleine muizenvriend was in slaap gevallen met een haverkorrel in zijn pootje.
De Boots glimlachte, zocht wat stro en dekte zijn metgezel toe. Hoe is het mogelijk, zo’n grote flinke jongen en toch nog een beetje een vader nodig. De Boots ging ook liggen, maar het duurde lang voor hij sliep …’
‘U was nog wel erg jong, oom Binkie, toen u met de Boots wegliep,’ zei ik nadien tegen hem.
‘Ja, ja, EmEm, ik was nog een broekie.’
‘En de Boots, hoe oud was hij?’
‘Tja, hij was een heel stuk ouder, hoezo?’ Vragend keek hij mij aan.
‘Nou, dan was hij in overtreding. Misschien was hij wel een pedo.’
Oom Binkie kreeg een rare blik in zijn ogen, zijn snorharen trilden in cirkeltjes en ik was er van overtuigd dat ik een mep zou krijgen, echt waar, maar weten jullie wat hij zei? Als we op een schip zouden zitten zou hij me kielhalen. Geen idee wat hij daar nou weer mee bedoelde.
#Blog 10: M.M. & Binkie; Ruzie
Oom Binkie en ik hadden een heftig gesprek. De emoties liepen hoog op. Hij vond me een brutale snotneus en wilde me als kattenvoer aan ‘De Rooie’ geven, hij was ook niet meer van plan om zijn avonturen met mij te delen. Ik had wel in de gaten dat ik het deze keer goed verpest had en kreeg er buikpijn van.
Gelukkig kwam mijn tante de boel sussen en zei dat ik vanuit mijn oogpunt geen ongelijk had, maar oom Binkie ook niet, zijn gevoel had hem altijd de juiste weg gewezen. We moesten ons verzoenen en respecteren, anders zou de generatiekloof ons uit elkaar drijven.
Ik ben wel met de motor weggeweest, mijn neef Sjakie achterop. Ik wilde die grote aardappelvelden met eigen ogen zien. Sjakie zei dat alles volgebouwd is en toen begreep ik dat oom Binkie uit een ander tijdperk komt waar alles nog gemoedelijker was en iedereen elkaar vertrouwde.
Terug in de tuin zat oom Binkie achter een biertje en ging gewoon verder met zijn verhaal …
De andere morgen werd Ketelbinkie wakker, stak zijn nieuwsgierige snuit naar buiten en moest eerst maar eens nadenken waar hij was. Hij zag de Boots graan bij elkaar zoeken en in een zak stoppen.
‘Goedemorgen Boots. Wat is u aan het doen?’
‘Proviand voor vandaag bij elkaar zoeken,’ bromde hij. ‘Je weet nooit wat de dag brengt.’ ‘Waar is het paard?’
‘Oh, die is al aan het werk. Trouwens, je moet de groeten van hem hebben, hij wenst je een goede reis.’
‘Het is wel een lief paard, hè Boots?’
‘Paarden zijn altijd lief jongen. Ik heb eens op een veetransport gevaren. We brachten paarden naar Zuid-Amerika. Het waren mijn mooiste reizen. Maar schiet nu maar op, als we geluk hebben zijn we laat in de middag bij de haven.’
#Blog 11: M.M & Binkie; de storm
Wow, wat een heftig weekend was het zeg. Mijn velletje zwabberde als een losgeslagen dekzeil om mijn lijf en mijn snorharen klapperden om mijn oren. De veranda is weggewaaid en de schuur kraakte en kreunde alsof hij pijn had. Mijn tante opperde of we misschien ondergronds moesten gaan. Al mijn neefjes en nichtjes, behalve Sjakie, zaten ineengedoken dicht bij elkaar.
Oom Binkie zat aan de keukentafel, hij lurkte aan zijn lege pijp en zijn kraalogen staarden glinsterend in de verte. Hij vond dat we een stel angstige landrotten waren, hij had wel erger meegemaakt. Terwijl de regen op het dak roffelde en de storm met zijn venijnige staart zwiepte, ging hij verder met zijn verhaal, Binkie en de Boots verlieten de stal …
Ze gingen vlug op pad, zo snel als mogelijk over het boerenerf. Ze liepen over stukken weiland, stoffige wegen en schoten goed op. En inderdaad, laat in de middag waren ze bij de zeedijk waarachter de haven zich bevond. Ze moesten nog door een diepe greppel vol water.
De Boots keek om zich heen. ‘Pas op Binkie, daar aan stuurboord ligt een grote steen half boven water, dus hop spring erop en dan de wal op. Zo gefikst.’
In twee sprongen was de Boots aan de andere kant. Hoe het kwam, Binkie wist het niet, maar met een akelige gil gleed hij uit en ging koppie onder. De Boots greep hem in zijn nekvel en zette hem met een zwaai op het droge.
Binkie was geschrokken en keek beteuterd. ‘Kkkkoud en nananat,’ stotterde hij. De Boots lachte een hese lach die achter uit zijn keel kwam. ‘Kijk niet zo sip joh, er is niets gebeurd, alleen een nat pak, dat zal je wel vaker overkomen voor je een gezouten zeeman bent. Weet je waar je vooral op moet letten als je in het water valt?’
De muis schudde met zijn kop.
‘Dat je tabak droog blijft.’ Toen moest de Boots zo hard om zijn eigen grapje lachen dat de tranen hem over de wangen liepen.
Ketelbinkie lachte een beetje bleekjes mee, maar van harte ging het niet. Toen de Boots bedaard was zei hij: ‘Kom joh, we gaan boven op de dijk in de zon liggen. Zolang er gewerkt wordt, kunnen we ons op de kade niet laten zien.’
Dankzij het vriendelijke paard hadden ze genoeg te eten.
#Blog 12: M.M.& Binkie; het schip
Sjakie werkt zich drie slagen in de rondte sinds de storm. Hij is timmermuis. Ik help hem met de veranda. Voor een meisje vindt hij mij best handig met de hamer; dat zie ik dan maar als een compliment. Hij vertrouwde mij toe dat hij zijn motorrijbewijs wil gaan halen en nu hij het zo druk heeft kan hij flink sparen, misschien zelfs wel voor een motor.
Als oom Binkie in zo’n slakkentempo doorverteld, zal het nog wel een lange tijd duren voor ik echt op reis kan. Sjakie denkt dat oom Binkie het stiekem erg leuk vindt dat ik hier ben, ik breng weer leven in de brouwerij. Zelf heb ik meer het idee dat hij ervan geniet om zijn avonturen te vertellen.
Oom Binkie riep ons naar binnen, onze vrienden hebben geluk, zei hij …
Na zonsondergang werd het stil op de kade.
‘Kom Ketelbinkie, we gaan.’
Vol ontzag keek Binkie naar de enorme schepen. Die waren groter dan het huis dat bij de tuin hoorde waar hij was opgegroeid.
‘Kijk eens aan,’ zei de Boots. ‘Hier ligt een wat ouder schip dat precies goed voor ons is, ideaal.’ De Boots ging rechtop staan en brulde. ‘Schip ahoy.’
Het bleef stil.
‘Er is niemand daar,’ opperde Binkie.
‘Wacht maar, er beweegt iets aan dek.’
Bij de tros verscheen een figuur, twee kraaloogjes keken naar beneden. ‘Ahoy, wat doet erop?’ riep hij en tuurde naar hen op de kade.
‘Kunnen jullie nog twee bemanningsleden gebruiken?’ riep de Boots.
‘Ai, ai,’ kwam het verheugd terug. ‘Kom gauw aan boord makker, ik ben maar alleen.’
‘Aha, dat is geluk hebben. Binkie kom mee.’
Snel klommen ze over de voortros naar boven, daar werden ze opgewacht.
‘Dit is Ketelbinkie, die maakt zijn eerste reis.’
De andere man gaf hem een klap op de schouder. ‘Ik ben de matroos, welkom aan boord maat. Kom mee, ik heb een mooi onderkomen gebouwd.’
Ze liepen een stalen trap af, door een deur, over een zeildoek en trossen tot ze in het verblijf aankwamen. Met uitgeplozen touw en poetskatoen was het gezellig gemaakt.
De Boots keek met waardering om zich heen en met een zucht van welbehagen trok hij zijn laarzen uit. Ze gingen zitten.
‘Weet je ook wanneer we uitvaren?’
‘Morgenavond.’
#Blog 13: M.M. & Binkie; verdriet
Oom Binkie was stilgevallen. In zijn jeugd heeft hij oorlog meegemaakt. ‘Alleen maar verdriet, jongens,’ zei hij, ‘pijn, machteloosheid, ellende en angst. Het blijft altijd in een hoekje van je lichaam zitten en nu laait het in alle hevigheid op.’
Iedereen is inmiddels terneergeslagen. Zelfs ‘De Rooie’ kijkt sip en plaagt ons niet. Hij hoorde dat veel huisdieren zijn achtergebleven en tussen de gebombardeerde puinhopen op zoek zijn naar hun baasjes.
Sjakie en ik zijn druk bezig met de veranda, daarmee komen we op andere gedachten, de klus is bijna geklaard. Straks kan oom Binkie weer buiten zitten en genieten van het voorjaar dat in aantocht is. Naast de sneeuwklokjes bloeien de krokussen in gele en paarse kleuren en vogeltjes fluiten hun paringslied.
Pas toen oom Binkie met zijn verhaal verderging kwam een beetje glans in zijn ogen. ‘De zee zit in mijn hart,’ zei hij. ‘Het heeft mijn leven inhoud gegeven. Alleen een echte zeeman begrijpt zoiets …’
‘Hoor je Binkie? Morgen vertrekken we en begint je zeemansleven.’
Binkie knikte, de opwinding en de zenuwen gierden door zijn muizenlijfje.
‘Wat voor vracht hebben we?’ vroeg de Boots.
‘Machines en kisten, waarvan ik niet weet wat er inzit. De vorige reis hadden we graan van Canada. Deze bemanning is slordig, ze hebben wel schoongemaakt, maar ik kon toch flink inslaan.’ De matroos trok een gordijn opzij en daar lag een hoop goudglanzend graan.
‘Ziet er goed uit,’ zei de Boots.
‘Ik zei het al, ze zijn slordig, je kunt midscheeps zonder al te veel moeite bij hun proviand, er is zelfs aan kaas te komen.’
‘Wát?’ de Boots schoot overeind. ‘Kaas?’
De matroos grinnikte, stond op, ging achter het schot en kwam terug met drie stukken.
Ketelbinkie pakte het met twee pootjes aan. Zowat lekkers had hij nog nooit gegeten.
Na de maaltijd zei de Boots: ‘Het was een moeilijke tocht hierheen, maar nu zijn we aan boord, dus in veiligheid. We moesten ons maar te rusten begeven.’
Ieder kreeg een slaapplaats toegewezen. Nu merkte Binkie pas hoe moe hij was en rolde zich op in bed met beide pootjes, die naar heerlijke kaas roken, stijf onder zijn neusje. Zo gleed hij weg in een diepe droomloze slaap.
#Blog 14: M.M & Binkie; aan boord
Sjakie vindt mij een natuurtalent, hij wil mij opleiden als timmermuis. Hoe gaaf en supertof ik het ook vind; ik wil weg en word er chagrijnig van. Gisteren speelde ik met mijn neefjes en nichtjes verstoppertje tussen de gele narcissen en werd bijna geprikt door een hommel. Ik liep haar letterlijk onder mijn pootjes. Ik was een lomperik, zoembromde zij met haar dikke ronde lijf.
Mijn tante reageerde enthousiast en vroeg of ik vaker oppas wilde zijn. Dat is absoluut niet mijn ding, daar heb ik geen geduld voor. Ik krijg steeds meer verplichtingen, als het even kan piep ik er tussenuit met mijn motor. Vannacht was het hele huishouden in rep en roer toen ik zachtjes kwam binnengeslopen, ze dachten dat ik de benen had genomen. Niet zo’n slecht idee.
Oom Binkie keek mij bedachtzaam aan en zei: ‘Ik weet wat je voelt EmEm,’ voor hij verder ging met zijn verhaal …
Binkie werd de volgend morgen wakker door een hoop lawaai. Het bonkte en het siste. Met angstige schrikogen keek hij om zich heen. De Boots trok rustig zijn laarzen aan. Ook de matroos scheen zich niets van de herrie aan te trekken.
‘Schrok je jongen?’ vroeg de Boots.
‘Ja, wat gebeurt er?’
‘O, de stoomwinsen worden gestart. Dit is namelijk nog een stoomboot en de laatste lading wordt aan boord gehesen. We gaan meteen aan je opleiding beginnen. Je bent ketelbinkie, dus is het jouw taak om ons verblijf schoon en netjes te houden en als je daarmee klaar bent, meld je je bij de matroos. Hij zal je de volgende klussen aanwijzen.’
Binkie was als oudste zoon in een groot gezin gewend om aan te pakken, veel moeite leverde het niet op.
Tegen de middag riep de Boots. ‘Kom even kijken, Binkie.’
Ze hoorden hoe de hoofdmotor tot leven kwam. Rennende voeten van de bemanning die de trossen inpalmden. Binkie zag met open mond hoe het schip zich losmaakte van de kade en de haven uit voer. Eenmaal op zee werd het voor hem wat moeilijker. Hij had geen zeebenen dus het lopen viel niet mee, ook zijn maag deed wat raar.
De matroos lachte en gaf hem een bemoedigend klopje op de rug. ‘De eerste dagen is het een beetje moeilijk, maar volhouden het went snel,’ zei hij.
En inderdaad, het leven aan boord ging hem snel beter af. Onder leiding van de Boots werd hij al gauw een goede zeeman. In een van de havens was de Boots aan wal gegaan, hij had een pijp en tabak gekocht voor Binkie.
‘Je doet zo goed je best, dat moet beloond worden.’
Binkie moest toegeven dat het in het begin niet zo lekker was, ook werd hij wat duizelig, maar het roken wende gauw. ’s Avonds als het werk gedaan was, zat hij samen met de Boots genoeglijk aan zijn pijp te lurken.
#Blog 15: M.M. & Binkie; op zee
Mijn neef Sjakie wil met me mee, onderweg kan hij mij ook opleiden als timmermuis. Er is namelijk een groot tekort aan vakkrachten, beweerde hij, en vroeg of ik nog even geduld kon opbrengen tot hij zijn motorrijbewijs had.
Ik ben echt helemaal flabbergasted en weet niet of ik dat wel wil. Oom Binkie was blijkbaar al op de hoogte en zei dat hij ook nauwelijks alleen gereisd had. Ik voel me in een hoek gedreven, ze denken vast dat ik het niet alleen kan, omdat ik een meisje. Misschien ga ik een pol onder mijn volgers houden; voor of tegen.
Oom Binkie vertelde ondertussen met een uitgestreken gezicht zijn avonturen op zee, hij schommelde zo hard heen en weer in zijn stoel dat ik er bijna zeeziek van werd …
Binkie kon niet slapen. Zoals gewoonlijk lag hij op zijn rug, de pootjes onder het hoofd verstrengeld. De wind was wat aangewakkerd, het schip slingerde ligt. Hij luisterde naar de bekende geluiden; het klappen van de stuurmachine, de stap van een matroos aan dek.
Nee, dit hield hem niet uit de slaap. Zijn gedachten gingen naar vanmiddag …
In de haven hadden ze proviand ingenomen en had de matroos hen eraan herinnerd dat deze bemanning heel slordig was. Dus Boots, had hij gezegd, we gaan vanavond wat ritselen. De Boots had instemmend geknikt.
En zo waren ze op pad gegaan. Binkie was zo zenuwachtig dat hij haast in zijn broek had geplast. De matroos die het schip goed kende was in zijn element. Hij neuriede zacht voor zich heen. Binkie had grote bewondering voor hem en wilde net zo stoer worden, maar inmiddels voelde hij zich een beetje als een zeerover.
De matroos lachte hem echter uit. ‘Als je nooit ondeugend bent, heb je gebrek aan fantasie.’
De Boots was akkoord gegaan, dus zou het vast niet zo erg zijn, hoopte Binkie.
Eenmaal midscheeps had hun neus van alles geroken. En ja hoor, daar stonden kazen, nog niet opgeruimd. Bingo! Ze werkten heel hard om zoveel mogelijk te verzamelen als ze konden dragen. Weer in hun verblijf aangekomen viel de spanning van hem af. Binkie had wel even nodig voor hij zich van het avontuur herstelde. Uiteindelijk hadden ze zo veel kaas gegeten dat hun buiken dik en rond waren. Het was ook zo lekker geweest …
Nu lag hij hier en kon niet slapen. Hij had niet geweten wat je allemaal moet leren om een doorgewinterde zeeman te worden.
#Blog 16: M.M. &Binkie; verdriet en eenzaamheid
Dat mijn babybroertje dood is kan ik niet bevatten. Ik had ‘s nachts niet stiekem ervandoor moeten gaan. Ik had beter afscheid moeten nemen van iedereen. Ik was egoïstisch en dacht alleen maar aan mezelf. Alles heeft zijn glans verloren. Ik heb heel lang met mijn ouders gebeld en wilde er de brui aan gegeven, maar ze zeiden dat ik door moest gaan. Thuis zou ik ook niet gelukkig worden en het gemis van Ernie is daar alleen maar erger. Ik moest mijn eigen pad gaan volgen, benadrukte mijn droevige moeder.
Wat er van hem over was hebben ze in stilte begraven. Ik haat Zwarte Teun en van de Pers begrijp ik niks. Ze was altijd zo zachtaardig en heeft me zelfs helpen ontsnappen.
Ik voel me best eenzaam in mijn verdriet. Jonge oom Binkie blijkbaar ook daar aan de andere kant van de wereldbol. Maar ik voel me eenzaam tussen de muizen en hij is echt alleen …
Binkie voelde zich niet erg prettig met de nieuwe situatie waarin hij verkeerde. Het schip waarop ze voeren was oud en verwaarloosd. In de vele jaren die het de zeeën had bevaren was het meermalen verkocht, daardoor had het ook vele naamwisselingen ondergaan. Aan de mast hadden verschillende nationaliteitsvlaggen gewapperd. Nu was het schip zo oud dat de eigenaar er geen geld meer in stak.
Ze waren onderweg van de oostelijke Middellandse Zee naar Zuid-Amerika. Sinds ze de Atlantische Oceaan op voeren hadden de pompen dag en nacht bijgestaan om het geheel drijvende te houden. De matroos was in de laatste haven van boord gegaan, maar de Boots en Binkie waren om redenen die ze zelf niet begrepen aan boord gebleven.
Ze zaten aan de wal en zagen hoe de slopers het schip uit elkaar haalden. Binkie liepen de tranen over zijn spitse snuit. Haar dek was zijn thuis geweest.
’s Avonds zaten ze in een gezellige kroeg waar veel zeelieden kwamen. Muziek speelde. Ze kwamen vaak hier, vond Binkie. Tot hij ontdekte wat de reden was. Een leuke serveerster met een aanstekelijke lach en ondeugende schitterende ogen; de Boots was hopeloos verliefd. Na een tijdje waren die twee dan ook getrouwd.
De Boots had tegen hem gezegd. ‘Binkie je bent als een zoon voor mij. In mijn huis is altijd plaats voor jou.’
Maar Binkie voelde zich er niet goed bij. Op zijn zwerftochten door de haven had hij een leuk schip gevonden. Hij nam afscheid van zijn vriend en mentor. Ook zijn vrouw omhelsde Binkie en wenste hem geluk. Met een “kom vooral langs als je in de buurt bent” was hij vertrokken.
Hij zat op het achterdek en zag de kust achter de horizon verdwijnen, voor het eerst helemaal op zichzelf aangewezen. Het voelde eenzaam …
#Blog 17: M.M. & Binkie: het leven gaat door
Ik probeer me op de toekomst te richten, niet steeds aan thuis en aan Ernie te denken. Sjakie houdt me bezig, hij zegt: werken is het beste medicijn. Maar zo zit ik niet in elkaar, als ik niet blij ben vanbinnen heb ik nergens plezier aan, ook niet met dingen waarbij ik normaal gesproken de wereld om me heen vergeet. Een spijker voelt als een dood voorwerp evenals het hout, terwijl het onder mijn aandacht altijd tot leven komt, en dan moet ik weer aan mijn broertje denken, die ook dood is, en sla ik per ongeluk met de hamer op mijn pootjes.
Mijn tante wilde me met de motor op pad sturen om op andere gedachten te komen, maar daar heb ik ook geen zin in. Ik heb nergens zin in.
Oom Binkie zat ook in een moeilijke fase van zijn jonge leven, zoveel jaren geleden dat ik het niet eens kan uitrekenen …
Het waaide hard, het waaide heel hard. Je kon beter zeggen; het stormde. De golven hadden hun witte mutsen van schuim opgezet en in tomeloos geweld joegen ze achter elkaar aan. Zover het oog reikte, zag je alleen maar wit gekraagde golven. Het oude vrachtschip ploeterde moeizaam tegen de woedende zee op. Het kreunde als het weer in een golfdal gleed en tonnen zeewater op het dek vielen. Bij het beklimmen van de volgende golf liep het overtollige water gorgelend en sissend door de spuigaten naar buiten. De wind zong zijn lied met een hoog gefluit in het want. Het hield zich dapper, het oude schip, in het gevecht met de elementen.
Binkie, zijn pootjes onder zijn hoofd gestrengeld, luisterde naar de geluiden van het schip en de storm. Het was niet de storm die hem verhinderde te slapen. Deze geluiden waren hem de laatste jaren wel vertrouwd geworden. Nee, het waren de gedachten die door zijn hoofd spookten die hem beletten de rust te vinden.
Ze waren op weg naar de haven waar hij twee jaar geleden met de Boots als jong onervaren en wat onhandig Ketelbinkie aan zijn zeemansleven was begonnen. Onder leiding van de Boots was hij een flinke matroos geworden die zijn mannetje stond. De naam Binkie was aan hem blijven kleven. Binkie gunde zijn oude vriend het geluk, maar miste hem nog steeds, ook al zwierf hij inmiddels een jaar alleen over de wereldzeeën.
Het was waar, de Boots was af en toe een vreemde snuiter geweest, maar het was een kameraad waar je op kon bouwen. Hij zag wel in dat de Boots hem had gevormd tot de man die hij nu was.
Als ze in de haven binnen zouden lopen wilde Binkie van boord gaan. Zijn familie bezoeken …
#Blog 18: M.M & Binkie; de beslissing
Lieve volgers, allemaal ontzettend bedankt voor de condoleances, dat heeft me enorm opgebeurd. Ik kan weer een beetje vooruit kijken. Ik heb ook leuk nieuws. De uitslag van de pol is binnen. Sjakie heeft al behoorlijk wat aanhangers (vooral de dames) en oom Binkie roept veel herkenning en emoties op bij de oudere lezers. Dus heb ik besloten dat Sjakie meegaat op reis. Mijn neef is door het dolle heen, en ik eigenlijk ook wel 😊
Oom Binkie was blij dat ‘de kogel door de kerk was’ zoals hij het noemde, en ik een beslissing heb genomen, net zoals hij deed. Na twee jaren besloot hij eindelijk weer eens op huis aan te koersen …
Hij zou zeker niet met open armen worden ontvangen. Als hij heel eerlijk tegen zichzelf was, dan had hij dat ook niet verdiend. Wanneer hij aan zijn familie dacht, voelde hij een knoop in zijn maag en die knoop wilde hij kwijt. Hoe graag had hij de Boots nog eens om raad willen vragen, maar hij wist toch wel wat hij zou zeggen. “Je moet doen wat je hart je ingeeft jongen, dan komt het altijd goed.” Dit was ook zo’n uitdrukking van hem.
Binkie wilde alles graag in het reine brengen, maar zag er ook een beetje tegen op. Wel Binkie, zei hij tegen zichzelf, je moet nu je fouten onder ogen zien. Het is zoals het is.
Op het laatst was hij toch ingeslapen.
Toen hij weer wakker werd, had hij geen idee hoelang hij geslapen had. Hij luisterde naar de geluiden van het schip en de zee. De wind floot niet meer in het want. Je hoorde wel duidelijk het zenuwachtige getik van de vlaggenlijnen tegen de mast. De golven die tegen het schip bonkten hadden ook aan kracht verloren. Hij wist dat de storm over zijn hoogtepunt heen was. De zee zou in de komende uren steeds kalmer worden.
Hij ging op zijn zij liggen, rolde zich op en sliep verder …
#Blog 19; M.M. & Binkie; Koningsdag, lachen, gieren, brullen
Wat een dag, zelden zo’n plezier gehad. Sjakie, oom Binkie en ik waren naar de rommelmarkt. Oom Binkie zei dat daar veel lekkers viel te bikken en hij wel zin in een verzetje had. We zagen een speelgoedcarrousel en sprongen er meteen in. Een jochie dacht dat wij speelgoedmuizen waren en pakte Sjakie bij zijn staart, die beet luid piepend in zijn vingers en oom Binkie ging het ventje met zijn wandelstok te lijf.
Ik kan niet in woorden beschrijven wat er toen gebeurde. In een mum van tijd waren alle kleedjes in de wijde omgeving leeg en een mensenmassa stoof in volledige paniek alle kanten op. Ik pieste haast in mijn broek van het lachen.
Sjakie trok mij uit het zicht en we doken in een half leeggegeten patatbakje, jonge, jonge dat was smullen. Maar oom Binkie, de oude rakker, vond een blikje bier. Brullend zong hij schuine zeemansliederen op weg naar huis. Nu ligt hij in zijn eentje te snurken als een heel legerbataljon.
Voor we weggingen had oom Binkie zijn verhaal al verteld, ik verdenk hem ervan dat hij dit allemaal gepland heeft …
Na drie dagen liepen we de haven binnen. Zodra het veilig was ging Binkie op de voorplecht kijken of hij nog wat kon herkennen. Tot zijn grote blijdschap was er niets veranderd. Dat maakte het begin van de reis gemakkelijker. Het zou nog moeilijk genoeg worden, daarover maakte hij zich geen illusies.
Hij besloot de volgende morgen voor zonsopkomst aan wal te gaan. Die nacht sliep hij erg onrustig, was ieder ogenblik wakker Op een gegeven moment had hij er genoeg van, pakte zijn spulletjes en proviand en verliet via de voortros het schip.
Het begon al licht te worden, de kade lag er nog verlaten bij. Zo vlug hij kon liep hij over de kade en beklom de zeedijk. Aan de andere kant naar beneden. In de greppel stond water.
Binkie moest even zoeken voor hij de steen gevonden had. En hup, hup, behendig sprong hij op de steen, weer op de wal en klom de oever op. Voor hem lagen de weilanden en stoffige wegen die hij zich herinnerde.
Hij maakte zich zorgen over de sloot waar hij met de Boots met een vlot overheen was gevaren. Toen waren ze samen, nu stond hij er alleen voor. Misschien moest hij wel uren omlopen.
Laat in de middag kwam hij bij de sloot aan, en zie, de mensen hadden een brug gebouwd. Binkie kon zijn geluk niet op, een groot probleem was zomaar opgelost. Aan de andere kant zocht hij een plaatsje onder de brug waar hij veilig kon slapen. Na de slapeloze nacht en de inspanningen van de dag was hij doodmoe …
#Blog 20; M.M & Binkie: Vertrekken en thuiskomst
Ja, we leven nog 😊 we hadden het vreselijk druk met de laatste voorbereidingen. Sjakie heeft zijn motorrijbrijbewijs, dus we kunnen eindelijk vertrekken. Morgen gaan we op weg naar Hoek van Holland en varen met de boot naar Engeland.
Sjonnie, een broertje van Sjakie, woont in een holletje onder de schuur. Hij is jaren geleden onder de maaimachine terechtgekomen, mist zijn staart en zijn achterkant is verlamd. Alleen mijn tante mag bij hem komen. Hij is computerspecialist en wil de verhalen van oom Binkie doormailen. Ik hoef dan alleen maar te knippen en te plakken. Geen idee wat hij daarmee bedoelt, maar ik heb alvast een schaar en een tube lijm in gepakt.
Oom Binkie wordt helemaal gek van mij en vraagt of ik een springveer in mijn kont heb. Als jongeman komt hij eindelijk weer thuis …
De andere morgen werd Binkie wakker, tot zijn grote ergernis zag hij dat hij zich verslapen had. De zon stond al hoog aan de hemel. Waar voor twee jaren onafzienbare aardappelvelden waren, groeiden er nu suikerbieten. Dat liep wel gemakkelijker, maar door de grote bladeren kon hij de horizon niet zien, dat maakte het moeilijker de juiste koers aan te houden. De hele dag liep hij, er kwam geen einde aan.
Hij pauzeerde. De zon ging onder, het werd donker, na niet al te lange tijd kwam de maan op en overgoot het veld met zijn licht. Binkie maakte hier gebruik van en ging verder. Op een gegeven moment was hij zo moe dat hij ging zitten, zijn rug tegen een suikerbiet. Hij moest ingeslapen zijn en werd ergens van wakker, maar wist niet wat hem gewekt had. Muisstil bleef hij zitten en keek om zich heen of er ook gevaar dreigde. Het bleef stil, toch was er iets wat hem gewekt had.
Hij snuffelde en snuffelde. Toen wist hij het. Het was de rook die uit de schoorsteen kwam van de huizen waar mensen woonden. Snel stond hij op en liep en de richting waar de rook vandaan kwam. Na een korte tijd was hij plotseling uit het bietenveld.
Nu stond hij voor de bekende greppel, de weg en de tuinhekken. Na enig turen zag hij het hem zo bekende hek. In het oosten kleurde de hemel rood. De zon kwam op. Zo snel zijn pootjes meewilden, liep hij naar het hek en dook er onderdoor. Ja, het was de tuin uit zijn jeugd, maar wat was hij klein. In zijn beleving was hij toch groter? Maar het was echt de goede tuin …
#Blog 21: M.M & Binkie; De veerboot/ Het zusje
Vandaag kwamen we bij de veerboot aan, en wow, wat is die groot. Mijn neef sjeesde met onze motor het autodek op, tussen de reusachtige wielen van de vrachtwagens door. Ik zat met alle vier mijn pootjes en mijn staart om hem heen gevouwen, de ogen stijf dicht. Sjakie had de grootste lol.
Nu zitten we in de machinekamer, in een schakelkast, met nog meer reislustige knaagdieren die op pad zijn. De muizenbemanning heeft zelfs een heuse fiets- en motorstalling voor de passagiers gemaakt. Toch heb ik het idee dat het in de tijd van oom Binkie avontuurlijker was.
Sjakie lachte me uit toen ik hem de schaar gaf en vroeg hoe ik het verhaal van oom Binkie moest knippen en plakken. Hij moet niet denken dat ik dit pik, ik zin op wraak …
Aarzelend liep Binkie de tuin in, hij sloeg zijn handen voor zijn snuitje, daar was de hortensia waar de Boots op had gezeten. Hij ging op dezelfde tak zitten; herinneringen kwamen zo snel dat hij ze niet eens kon benoemen. Opeens merkte hij dat iemand tegen hem praatte. Voor hem stond een muizenmeisje; een boos muizenmeisje.
‘Goedemorgen, jongedame,’ zei Binkie.
Het meisje voer direct tegen hem uit. ‘Wat denk je wel wat je hier aan het doen bent, he?’
‘Uitrusten.’
‘Uitrusten? Denk je dat dat zo maar mag?’
‘Dat hoopte ik eigenlijk wel.’
‘Mooi niet, ophoepelen. Trouwens, wat ben je gek gekleed.’
Binkie besefte dat hij zich kleedde als de Boots. ‘Ja, dat is vreemd,’ gaf hij toe.
‘En nu hoepel je op, anders komt papa en die schopt je vierkant de tuin uit. Dit is ons terrein.’
‘Hier was ik al bang voor,’ zei Binkie. ‘Is je vader al wakker?’
‘Nee,’ zei het meisje kwaad. ‘Hij staat pas op als moeder het ontbijt klaar heeft.’
‘Net als vroeger dus.’
‘Net als vroeger?’ bitste het meisje. ‘Wat weet jij daarvan?’ Toen werd ze stil, iets veranderde in haar. De boosheid maakte plaats voor nieuwsgierigheid. Met een zachtere stem vertelde ze. ‘Voor twee jaar is hun oudste zoon verdwenen. Nooit meer iets van gehoord. Sindsdien zijn we bang voor vreemden in de tuin.’
‘Begrijp ik,’ zei Binkie wat moeilijk.
Het meisje kwam een stap dichterbij en keek hem onderzoekend aan. ‘Ben jij die jongen?’
‘Ik ben bang van wel, ja.’
Ze ging naast hem zitten. ‘Wat is er gebeurd?’
Binkie vertelde over die vreemdeling in de tuin; een zeeman …
Zodra hij klaar was met zijn verhaal keek het meisje hem met grote ogen aan. ‘Heb jij al deze vreemde dingen gezien?’
Binkie knikte.
‘En waar is die Boots? Is die ook hier?’
‘Nee, die is in Zuid-Amerika gebleven, hij is daar getrouwd.’
‘Is dat al langgeleden?’
‘Een goed jaar.’
‘Wat heb jij daarna gedaan?’
‘Een schip gezocht en ben weer gaan varen.’
Een tijdlang zaten ze zwijgend naast elkaar, ieder met zijn eigen gedachten.
Toen stond het meisje op, streek haar schort glad en zei: ‘Wacht hier, ik ga mama halen.’
#Blog 22; M.M & Binkie; zeeziek/rijst
Ik ga nooit, maar dan ook nooit meer op een boot en snap niet dat oom Binkie varen leuk vindt. Ik ben mijn leven nooit zo ziek geweest. Sjakie zei dat dat het niet eens stormde en hij vast de zeebenen van zijn overgrootvader geërfd heeft. Mijn enige voldoening is dat ik over zijn nieuwe motorrijlaarzen gekotst heb.
Oom Binkie stuurde een appje op Sjonnies telefoon en zei dat ik de volgende keer eerst flink moest eten en aan dek blijven, mijn ogen op een punt in de verte richten.
Er komt geen volgende keer meer.
Jonge oom Binkie trakteert op rijst, zijn familie kende het niet.
Bij mij thuis kon ik er mijn buikje rond mee eten, wat is er toch veel veranderd …
Er was alweer een tijd vergaan sinds Binkies zuster hun moeder had opgehaald. Waar Binkie zo bang voor was geweest was niet gebeurd. De familie was blij dat hij weer gezond en wel thuisgekomen was. Geen verwijten en boze woorden. Integendeel, men liet hem merken dat hij welkom was.
Binkie was hun oneindig dankbaar. Hij vertelde over al die vreemde dingen die hij gezien had en waar niemand zich iets van voor kon stellen. Ook over de Boots wilden ze graag alles weten. Op het laatst had Binkie zo veel over zijn oude vriend verteld, dat het haast aanvoelde of hij ook bij de familie hoorde.
De laatste reis van Binkie was een lading rijst uit Thailand geweest. Zijn mondvoorraad was dan ook rijst. Binkie hield er niet zo van die korreltjes. Hij had nog vrij veel over en zijn broers en zussen smulden. Het smaakte exotisch vonden ze. Binkie moest er om glimlachen het speet hem alleen dat hij niet meer meegenomen had.
De gezinsleden leefden altijd nog van wat ze in de tuin konden vinden. Honger kenden ze niet, maar Binkie vond wel dat ze wat eenzijdig aten, dus ging hij op stap om wat variatie te vinden. In de jaren op zee had hij menig kneepje geleerd dus het lukte hem om zijn gezinsleden op wat anders te trakteren. Voor de rest hielp hij zijn vader waar hij kon …
#Blog 23 M.M.& Binkie; BDE/draaikonten
O mij gosh, wat een dag. Ik reed aan de verkeerde kant van de weg, dat wil zeggen volgens de Engelse begrippen. Sjakie gilde dat ik een spookrijder was. Wat hij daar nou weer mee bedoelde? Nou een spook voelde ik me wel, mijn hele muizenleven trok aan mij voorbij. Ik waande me zelfs in ons appartement en voelde de warmte en veiligheid van thuis. Zwarte Teun lag onder een stoel met een manke poot, net toen ik hem in zijn staart wilde bijten, brulde Sjakie in mijn oor of ik levensmoe was en rukte aan mijn stuur …
Door zijn idiote actie liep op het nippertje goed af. Bij een volgende bouwklus spijker ik hem aan alle vier zijn poten vast en bewerk zijn snorharen met een krultang.
Jonge oom Binkie loopt ook alweer te draaikonten …
Op een dag kwam vader thuis en zag zijn vrouw verdrietig aan tafel zitten. ‘Wat is er, Moeder?’ vroeg hij. ‘Is er iets niet goed?’
‘Ach Vader, het is onze oudste, ik maak me zorgen om hem.’
‘O, waar gaat het dan over?’
‘Hij kan zo in zichzelf gekeerd zitten staren. Ik kan hem zien en aanraken en toch is hij er niet.’
‘Ach Moeder, het is de zee die hem trekt.’
‘Dat is echt domme mannenpraat,’ stoof Moeder op. ‘Waar haal je het vandaan? De zee is de zee, wat is dat dan wel? Een grote bak zoutwater, je kunt er niet eens in wassen.’
Vader wist dat er nu niet met zijn vrouw over te praten viel. ‘Bedenk Moeder, een jongen die de roep van de zee heeft gehoord en verstaan, die houd je niet vast. Je doet er beter aan het te aanvaarden.’
Een paar dagen later zaten vader en zoon in de tuin onder het blad van een grote varen.
‘Wanneer vertrek je weer jongen?’ vroeg vader.
Binkie keek zijn vader verwonderd aan.
‘Het is het verlangen naar de zee, nietwaar?’
‘Bent u nu boos, vader?’
‘Nee zoon, ik begrijp het wel. Je bent een man die leeft in twee werelden. Ben je thuis, verlang je naar de zee. Ben je op zee, verlang je naar huis. Je moet dit onder ogen zien, mijn jongen, dan komt het altijd goed.’ Vader glimlachte.
Getroffen keek Binkie zijn vader aan. ‘Dat zei de Boots ook altijd; “dan komt het altijd goed”.’
‘Mocht je hem ooit weer ontmoeten, doe hem de groeten en zeg dat hij hier altijd een welkome gast zal zijn.’
‘Dank u wel, vader,’ fluisterde Binkie.
Vader stond op, knikte nog eens tegen zijn oudste. ‘Wacht niet te lang jongen, het maakt het alleen maar moeilijker.’
#Blog 24 M.M. & Binkie; weer alleen/ pech
Ja, ik weet het, ik heb lang niets van me laten horen. Er is veel gebeurd en tegelijkertijd niets. Ik ben weer alleen. Sjakie is met een stel ‘vrienden’ verder getrokken, naar Edinburgh. In het kasteel schijnt in de kerkers een waar feestparadijs te zijn. Na ons zoveelste meningsverschil heb ik de knoop doorgehakt. Ik had er geen zin meer in. Het was mijn reis niet meer.
Ik zit al weken aan de kust en heb een knus holletje gegraven. Ik hou van de zee, zolang ik er maar niet op hoef te varen. Het is hier keigaaf met de steile krijtwanden en ik moet vaak aan mijn broertje Ernie denken die niets van dit alles zal zien en meemaken. Het geruis van de branding brengt me tot rust en hier heb ik de tijd om alles een plekje te geven wat er het afgelopen halve jaar in mijn leven is gebeurd.
Een kokmeeuw brengt me af en toe een paar frietjes en dan zitten we samen naar de schuimkoppen te turen die op het strand gesmeten worden. Mijn velletje is stug van het zout en helemaal uitgebleekt. Kokkie vindt mij een stoere muizenmeid en ze pikt de zandkorreltjes uit mijn oren.
Oom Binkie begrijpt mij. Hij houdt ook van het alleen-zijn. Na de wijze raad van zijn vader is jonge oom Binkie ook weer op pad gegaan en voel ik me op een bepaalde manier met hem verbonden …
Binkie zat in een vervallen schuur in de haven en wist dat hij diep in de problemen zat. Tevergeefs probeerde hij uit te vinden wat er fout was gegaan. Na het gesprek met zijn vader ging het snel. Hij had zijn spulletjes bij elkaar gezocht en zijn moeder en jongste zus hadden proviand voor onderweg meegegeven. Vroeg in de ochtend namen ze afscheid; nog een paar knuffels en goede wensen.
Zo was Binkie welgemoed aan zijn reis begonnen, maar vanaf de eerste dag ging fout wat maar fout kon gaan. De reis naar de haven duurde tweemaal zo lang als anders.
Toen hij moe en gefrustreerd eindelijk op de zeedijk stond, kwam de volgende teleurstelling; vrijwel geen schip in de haven. Die er wel lagen, waren niet geschikt.
Hij zat in zijn schuilplaats en zag de toekomst donker in, tuurde naar buiten, de regen viel bij bakken uit de hemel. Binkie masseerde zijn pijnlijke en vermoeide pootjes en hoorde zijn lege maag knorren. Hoe zuinig hij ook was geweest, de proviand was op. De arme jonge zeeman, hij zat echt diep in de problemen.
Binkie dacht aan de Boots die eens had gezegd: “Denk eraan jonge vriend niemand, maar dan ook niemand gaat het zijn hele leven voor de wind. Er komen ook tijden dan heb je tegenwind en krijg je de zee van voren. Alleen als je bereid bent om je hele wilskracht in te zetten, kom je er door.” En stak de Boots een belerende vinger omhoog, wat hij eigenlijk nooit deed. “Behoud een koele kop, dan komt het altijd goed!”
Hij had beleefd ‘ja Boots’ gezegd, maar het was niet echt tot hem doorgedrongen. Nu kreeg hij het in volle hevigheid voor zijn kiezen en was het alsof hij de hese stem van de Boots hoorde.
Vanavond, als het niet meer zo hard regende, zou hij weer op zijn vermoeide, zere pootjes gaan staan om naar een oplossing te zoeken. In elk geval naar eten, zo kon het niet doorgaan.
Drie dagen liep hij nu al door de havens en was niets op geschoten.