‘Hoe lang heb ik geslapen, Jaxx?’ De vermoeidheid trekt aan haar. Het liefst zou ze haar ogen meteen weer sluiten.
‘Schrik niet. Alles bij elkaar, ben je nu ruim tien maanden hier. In jouw geval rekenen we wel in aardse tijd.’
‘Wát?’ Sloom hijst ze zich overeind. De kamer baadt in een zacht licht, toch ziet ze nergens lampen. De gordijnen zijn gesloten. Het moet dus avond zijn. ‘Wat bedoel je daarmee?’
‘Dat leg ik later wel een keer uit.’
‘Zit je altijd naast mijn bed?’
Jaxx lacht. ‘Ik zou wel willen, ook hier hebben we onze taken. Maar, je bent nooit echt alleen.’ Hij slaat zijn armen om haar heen.
Ze legt haar hoofd tegen zijn borst. Zijn hart klopt rustgevend. Hoe vaak heeft ze hiernaar verlangd? Door de geborgenheid ontstaan scheurtjes in haar pantser, alsof haar nieuwe ik het schild dat haar al die jaren overeind gehouden heeft, probeert te breken.
‘Hoe gaat het met Torre?’
Ze kijkt op. Zijn blik is doortrokken van hunkering. ‘In alles is hij een duplicaat van jou. Je zou trots op onze zoon zijn.’
‘Torre had altijd al de stijfkoppigheid van jou, Skye. Hij heeft de beste eigenschappen van ons beiden geërfd.’ De kraaienpootjes bij zijn ogen verdiepen.
‘Ach Jaxx, alles had zo anders kunnen zijn.’ Hij neemt haar gezicht in zijn handen. Zijn lippen voelen precies zoals ze zich herinnert. Toch heeft ze het gevoel dat ze niet volledig hier is, bij hem. ‘En nu is Torre wees. Of is hij hier?’ Een intens verlangen beneemt haar bijna de adem.
‘Nee.’
‘Dus hij leeft nog?’
‘Waarschijnlijk.’
‘Betekent de dood niet dat je automatisch hier terechtkomt?’
‘De meeste Zielen komen hier niet.
‘En onze ouders?’
Zijn stem is een fluistering. ‘Veel mensen geloven nergens meer in, en zo begint de eeuwenlange cyclus opnieuw.’
Skye kan haar teleurstelling nauwelijks de baas. ‘Waarom ik dan wél?’
‘We proberen de mensen die een hoger bewustzijn in zich dragen te benaderen.’
‘Zo bewust was ik niet, Jaxx. Dat weet je donders goed.’ Het was zelfs een eindeloze discussie in hun huwelijk.
‘Meer dan je denkt. Blijkbaar is mijn gedram toch ergens blijven hangen.’
Ze had het verdrongen. Nou ja, niet helemaal. Over bepaalde dingen waren ze het flink oneens. Tenslotte waren hun laatste ogenblikken met een knallende ruzie geëindigd.
Fronsend neemt ze hem op. ‘Waarom benaderen jullie mensen? Zou het niet een natuurlijk proces moeten zijn?’
‘Er komt een poolverschuiving.’
‘Wil je daarmee zeggen dat alles verloren is?’ Torre moet in leven zijn. Ze heeft geen idee hoe hij over de dood denkt, elk thema daarover ging ze uit de weg. Praten over het hiernamaals zou het lot tarten, hem misschien van haar wegrukken, net zoals met Jaxx was gebeurd. Ze moet Torre waarschuwen. Maar hoe? Kan hij haar misschien voelen? Ze voelde Jaxx ook, soms. Haar ogenleden worden zwaar.
Jaxx’ mond beroert haar voorhoofd wanneer hij haar toedekt.