
Waar gaat het boek over …
Lotte wil backpacken in Thailand en Vietnam. Haar plan is om daarna naar Australië te reizen. Haar bestemming wordt een andere dan ze zelf voor ogen had. In Bangkok wordt ze opgepakt voor het bezit van drugs.
Schelle stemmen buiten de truck schreeuwen naar elkaar. Deuren slaan dicht. De achterklep gaat omhoog, de dieselmotor start met veel geronk en de legertruck komt in beweging. Als laatste springt een geüniformeerde man met een machinegeweer over de achterklep naar binnen. Zijn doordringende blik blijft een paar lange tellen bij haar hangen. Haar hart klopt als een bezetene. Hoe is ze in vredesnaam in deze nachtmerrie beland?
Rillingen trekken schokkerig door haar lichaam. Ze wordt gek. Met halfopen mond ademt ze de dikke lucht in. Ze probeert de indringende stank van urine en andere menselijke uitwerpselen te negeren. Beelden flitsen onafgebroken door haar hoofd. Dit overtreft werkelijk alles. Is ze nog wel Lotte?
In de gevangenis, diep in het Thaise regenwoud, komt Lotte in aanraking met haar verleden.
Tyler, een jongeman van Engels/Australische afkomst, ziet hoe Lotte in het vliegtuig onwel wordt weggedragen. Hij vertrouwt het niet en gaat naar haar op zoek. Dit is het begin van een gevaarlijke zoektocht vol onverwachte en aangrijpende gebeurtenissen. Net als Lotte wordt Tyler tijdens deze reis geconfronteerd met zijn afkomst. De roots van zijn Australische vader.
Piet is een rechercheur van middelbare leeftijd, zijn leven is op een zijspoor beland. In het vliegtuig tussen alle luidruchtige backpackers heeft hij al spijt van zijn beslissing alleen naar Thailand af te reizen. Ook hij vindt het verdacht dat de Nederlandse jonge vrouw spoorloos verdwijnt.
De oom van Lotte, Boudewijn, is met zijn gezin op een luxe jacht op wereldreis. Aan boord zijn de nodige strubbelingen. Wanneer hij hoort dat zijn nichtje in Azië in de problemen zit, zetten ze koers naar Thailand. Deze reis verloopt niet vlekkeloos.
Gussie, een taxichauffeur in Bangkok, wordt zonder dat hij het in de gaten heeft de verbindende persoon in het verhaal.
Familie, liefde en vriendschap spelen een belangrijke rol, en de bovennatuurlijke elementen geven het verhaal een magisch tintje.
Het boek begint met Granny, een mysterieuze oude vrouw. Zij is de drijvende kracht. De hoofdpersoon op de achtergrond. De rode draad, waar dit hele verhaal op is gefundeerd.
In haar schommelstoel beweegt Granny ritmisch heen en weer. Ze luistert naar de herrie aan de poort. De felle lichten, die de komst van de nieuwelingen aankondigen, zorgen voor schemering in haar hut.
Het gebeurt altijd ’s avonds laat; de veroordeelden zijn dan gedesoriënteerd na de lange tocht door het donkere regenwoud.
Die verhalen heeft ze van anderen gehoord. Zelf heeft ze geen flauw idee hoe diep de gevangenis in de jungle ligt. Haar rit hierheen kan ze zich niet meer herinneren. Het is lang-lang geleden.
Haar eerste jaren zat ze in het vreselijke gebouw dat verstopt ligt achter zwaarbeveiligde hekken tussen dichtbegroeide bamboestaken. Het ruwe gevangenisleven maakte haar kapot. De donkere cellen, het ongedierte, de sluwheid van medegevangenen. Vrouwen die geen vrouwen meer waren; wel moordenaressen met lege ogen.
In dat gebouw verdween ieder vonkje levenslust. Stukje bij beetje stierf ze vanbinnen. Ze at niet meer. Ze vergat waarom ze op aarde was. Ze vergat waarom ze gekozen had te wachten. Ze had geen energie meer, om haar slaapplaats te verdedigen.
Als een hoopje vuil lag ze op wat vodden op de grond, in een hoek, waar ze veilig was voor schoppende voeten en andere vuiligheden. Het enige wat ze zich herinnert, is de vrede die over haar neerdaalde.
Door het licht dat haar omhulde, en de liefde die zo allesomvattend was, wist ze dat ze ergens in een warme omarming lag.
Deze ervaring was te kostbaar om ook maar met iemand te delen. Het zat voor altijd opgeborgen in haar hart. In de veilige omarming van dat moment, werd ze zich opnieuw bewust waarom ze zolang op aarde verbleef; haar meisje. Zo vond ze opnieuw de kracht, haar taak te volbrengen.
Ze had in die vredige wereld mogen blijven, een wereld zonder veroordeling, waar iedere keus de juiste was. Maar ze koos voor het leven. Haar laatste leven op aarde. Ze deed het uit liefde voor haar. En uit liefde voor zichzelf, omdat zij een wezenlijk deel van haar is.
Terug in haar lichaam kreeg ze haast spijt van haar beslissing. Het leven voelde nóg intenser. Alsof de geluiden en aanrakingen nog dieper bij haar naar binnendrongen.
Wekenlang lag ze in de ziekenboeg, en weken duurde het voor ze voedsel binnenhield. Langzaam genas haar lichaam van de ondervoeding.
De onvoorwaardelijke liefde die ze in de andere wereld ervaren had, deed de rest. Het genas pijn die je niet zag, heelde wonden die je niet kon verbinden.
Granny gaat verzitten. Ze schuift een kussen gevuld met kippenveren tegen haar onderrug. Met een zucht laat ze haar vermoeide lichaam ontspannen.
Het gedeelte waar ze nu zit, noemt men Het Dorp. Hier kom je, als je het verdient. De meesten komen hier nooit. Wie dit bepaalt weet ze niet. Ze verblijft hier alweer vele-vele jaren. Ze is de tel en de tijd kwijtgeraakt, en beschouwt Het Dorp inmiddels als haar thuis.
Het doet er allemaal niet toe. De ervaring in de andere wereld heeft haar leven voorgoed veranderd. Ze vergaf de vrouwen in de cel, en zichzelf. Ze ziet veel dingen duidelijker, hoewel ze niet alles begrijpt. Dat hoeft ook niet. Je hoeft als mens niet alles te begrijpen.
De felle lampen zijn gedoofd.
Het geluid van de truck verstomt.
Zij is gekomen.
Ze is in Het Dorp.
Gelanceerd: 12-12-2020