Verborgen Leed

‘Mag ik je Agnes noemen? Dat praat gemakkelijker.’ Vanachter zijn grote bril neemt hij mij op.
Instemmend knik ik, terwijl ik eigenlijk néé wil gillen.
‘Kijk, Agnes. Je geniet nu al jarenlang van een uitkering en de maatschappij vindt dat je daar best iets voor terug kunt doen.’ Zijn dunne haar wordt met gel overeind gehouden.
‘Geef me een baan, dan hoor je mij niet klagen.’
‘Dat is precies wat we nu gaan doen. Met behoud van de bijstand mag je in de catering gaan werken.’
Ik sla mijn armen over elkaar. ‘Dus je bedoelt dat ik ruimschoots onder het minimumloon mijn vorige werk kan gaan uitoefenen.’
Lichtjes haalt hij zijn schouders op. ‘Mag ik je er op attent maken dat je laatste dienstverband van vijf jaar geleden dateert?’
‘En daarvoor schoffel je een ander de WW in.’
Op zijn babyface ontstaat een ongeduldige trek. ‘De onkosten rijzen de pan uit, dit is een mooie oplossing om mensen aan het werk te houden. Bovendien bieden we je een mogelijkheid opnieuw in de maatschappij te integreren.’
‘Dit is machtsmisbruik.’
Hij laat zich op zijn bureaustoel achteroverzakken. Het gladgestreken overhemd spant om zijn middel. Op zijn dertigste zal hij zeker kaal zijn en een buikje hebben.
‘Ik snap niet waarom je er zo’n punt van maakt. Grijp deze kans.’
‘Geef me een fatsoenlijk contract met een salaris waar ik recht op heb, en ik begin vandaag nog, indien nodig.’
Hij legt een been over zijn knie en trommelt met zijn vingers op de glimmende puntschoen. ‘Wij hebben een passende functie voor je gevonden.’
Ik onderdruk een zucht. ‘Echt waar? Wat had je precies voor ogen? Mag ik terugkeren als manager?’
‘Je begint ’s ochtends met de toiletten. Daarna maak je de koffiemachines in de pantry’s schoon. Je vult ze zo nodig bij. Wanneer het kantoorpersoneel gegeten heeft ruim je de tafels in de kantine af. Als laatste doe je alle benodigde schoonmaakwerkzaamheden in de keuken.’
Ik buig voorover. Wat denkt die snotneus wel niet. ‘Het contrast met mijn voormalige functie is … is,’ ik sla met platte hand op zijn bureau. ‘Onrechtvaardig.’ Een warmte verspreidt zich over mijn buik. Het bloed suist ritmisch in mijn oren wanneer ik mijn jurk aftast. In de stilte die is ontstaan, drupt de urine op de vloer. Mijn hart bonkt onregelmatig als ik overeind vlieg en naar mijn rugzak grijp.
‘Stomazakje … losgeschoten …’ mompel ik.
‘Agnes?’
Met een ruk draai ik mijn hoofd om.
‘Dit,’ zegt hij met zachte stem en wijst naar de donkere natte vlek op de stoel, ‘is mijn grootste nachtmerrie.’ Met een wit weggetrokken gezicht legt hij zijn rechterhand op zijn buik. Hij lijkt nu jaren ouder.
Ondertussen haast ik naar de deur. ‘Waar …’
‘Aan de linkerkant, tegenover de lift.’
Terwijl ik de gang op ren, roept hij: ‘Agnes, je bent ongeschikt voor deze baan. Ik zal bezwaar aantekenen.’
Ik zou opgelucht moeten zijn. Maar wat mij achtervolgt, is de pijn in zijn ogen.

(Meta Boonstra)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s